top of page

De Beloning


Vannacht volle maan. Ik trek een thermo-t-shirt aan, een flanellen overhemd, trui, spijkerjack want het vriest. Het knispert onder mijn laarzen als ik naar de wei loop.

‘s Middags Arabella al geborsteld en die heeft blijkbaar staan wachten op waarom; ze loopt me al tegemoet zodra ze ziet dat ik een koord in mijn hand heb. Ik geef haar een knuffel, sla het koord om de hals; naar de zadelkamer. Zadel erop, halsring om, zet mijn rode hoedje op en doe voor zichtbaarheid een reflecterend veiligheidshesje om.

Arabella is erg braaf en ik wil haar een brokje geven voor het zo mooi blijven staan. Had ter afwisseling voor Capricho grove biks in mijn zak en daar heeft zíj een bloedhekel aan; stóm van me. Ze wil het aannemen doch realiseert zich dat ze die dingen niet moet, pakt fijntjes een vinger tussen haar tanden en knijpt even STEVIG. ‘Ok, ok, ik snap het, sorry hoor’ en ze is weer ontspannen. ‘Even omdraaien’ zodat ik van de hoge kant van de helling kan opstappen en we gaan.

De maan staat hoog en er is hier in de campo weinig strooilicht, zeker zo diep in de nacht als iedereen onder de wol ligt, dus ik zie ruim voldoende. Ik steek gelijk van het erf door het veld want dat is veiliger dan het alternatief; 50 meter provinciale weg. Arabella ziet namelijk nog véél meer en ik kan erop vertrouwen dat zij de geulen en kuilen ontwijkt. Ik navigeer, zij rijdt: Homo Caballus op pad.

Een kleine 10 kilometer verderop in de vallei en zo’n 400 meter hoger is een rots’kopje’ van waaraf je een schitterend uitzicht hebt. We kennen de route dus ook al is het hier en daar knap pittig terrein, we kunnen lekker stevig doorrijden. Arabella heeft er zin in doch is ervaren genoeg om te weten dat we ook nog terug moeten.

Opvallend is dat ze ‘s nachts rustiger is dan overdag. Ze is alert, zeker omdat ze weet dat zíj de ogen van ons is, doch reageert op alles heel beheerst. De wereld reflecteert onder het maanlicht totaal anders dan onder de zon en alle geluiden klinken in de stille ver dragende nachtlucht onbekend. Alles ruikt zelfs anders. Voor mij is dat haast wezensvreemd doch ik merk dat Arabella juist in haar element is.

Ik weet dat paarden nachtdieren zijn en tóch verrast het me dat het zoveel effect heeft op haar gemoedstoestand. Wellicht komt dit doordat paarden de allergrootse ogen van alle zoogdieren hebben en in het donker beter zien dan wie ook; in het voordeel zijn. Dat is een bijzonder leerzame gewaarwording; een paard dat in haar element is en een ruiter die daarin moét vertrouwen.

Het uitzicht is inderdaad indrukwekkend. Waar ik naar kijk is Arabella blijkbaar niet duidelijk; ze slaakt een heel diepe, haast demonstratieve zucht. ‘Goed, we gaan terug’ en en ze staat al zowat achterstevoren :-)

Ik ga dezelfde route terug; ‘s nachts ziet het er toch allemaal anders uit en ik heb heen gezien hoe alles erbij ligt. Arabella hoeft zich nu niet in te houden en ik laat haar op verschillende stukken lekker galopperen. Letterlijk onbeteugeld in galop strijkt ze als een rupsvoertuig het ruige terrein glad. De enige ‘zorg’ die ik heb is koerswijzigingen subtiel door te geven opdat ze een wat bruusk linksaf niet terecht in een bruusk linksaf vertaalt. De laatste 3 kilometer vraag ik een rustige, verzamelde, draf en draagt ze me soepel verend naar huis.

Haar hengst horen we van vérre al roepen doch haast krijgt ze daar niet van; ze vindt het óók leuk om met haar grote roerganger op pad te zijn, maar het is uiteraard wel gezellig thuiskomen voor haar als het hele setje achter het hek staat om haar te begroeten.

Mijn lief verrast míj met een warme jacuzzi waar ze een lekkere brandy voor me naast heeft klaargezet en zelf lief in ligt te glimlachen; goed voor je koudgeworden beenspieren. Als we samen romantisch onder de sterrenhemel liggen te bubbelen bedenk ik me dat zij het helemaal begrepen heeft. Je krijgt wat je beloont; een man die heel, héél graag thuiskomt...

bottom of page