top of page

Je krijgt wat je beloont

Kip en ei, oorzaak -> gevolg, of andersom

Als je een hond de privileges geeft die in de hondenwereld alleen de roedelleider heeft, neemt die hond aan dat hij de roedelleider ís. Zijn jouw huisregels zo dat jouw hond geen enkele van de privileges geniet die een roedelleider heeft, dan neemt die hond aan dat hij die leider níet is. Zo kun je met de juiste kennis met de meest dominante hond eenvoudig rangordeproblemen voorkomen/omzeilen.

Probeer zelf eens 10 minuten lang werkelijk agressieve lichaamstaal en -gebaren naar je partner te maken. Die uiteraard wel vooraf even inlichten. Vergelijk dat met op een andere dag 10 minuten lang echt lief en ontspannen uitzenden. Hoewel kunstmatig levert het tóch een opvallend verschil in beleving op. Als je een hartslagmeter hebt of kan lenen is dat een heerlijk meetmiddel. Het verschil in hartslag, het verschil in spanning, stress, zal je verbazen.

Wat dit in vredesnaam met páárden van doen heeft?? Welnu; de ‘arched neck threat’ en ‘prancing’ zijn beiden serieuze dreigingen die paarden kort voor een daadwerkelijk gevecht tonen.Dit zijn de gebogen nekhouding met de kin naar de hals en de passage in dressuur. Zie je het conflict met ontspannen?

Een paard is een sociaal dier waarbij lichaamstaal dé rol speelt in de communicatie. Deze lichaamstaal-spreker vraag je nu om zijn agressiefste dreighouding aan te nemen en met een beetje pech door het met fikse teugelkracht aan het bit fors onder pijndruk te zetten. Agressieve taal, pijn, de deur dicht: STRESS!

Laat dit éven bezinken en bedenk ondertussen hoe zwaar nu eigenlijk de lichamelijke inspanning van 10 minuten in een gezapig tempo door een zandbak klossen voor een béétje getraind paard is. Helemaal níets toch?! Waarom komen die paarden dan allemaal alsof ze smelten uit de ring? Nog niet overtuigd? Hang de hartslagmeter er maar weer op. Bij paarden zit er bij stress een grote adder onder het gras; dat ligt erg dicht bij angst en als een paard bang is, is het niet bang voor de tandarts maar om opgegeten te worden; daar is het op geprogrammeerd. Een opgefokt paard reageert primair reflexmatig op elke prikkel.

Een gestrest paard staat daardoor niet open voor bewuste leerervaringen. Een paard dat niet onder geestelijke druk staat, maar ontspannen is, staat daar wel open voor. In mijn beleving gaat dit model niet samen met het welzijnsbelang van het paard, maar is het in strijd met mijn ethische invulling van het paardrijden. Het is daarbij helemaal niet nodig; er zijn verschillende en veel leukere manieren die tot weerstandloos verzamelen leiden. ‘Leuker’? Natuurlijk; het is toch veel leuker om met een glimlach te belonen en ontspannen te kunnen werken dan om met een van spanning vertrokken gezicht de blaren op je handen te rijden?! Waarom doet in vredesnaam de meerderheid dit hun paard en zichzelf aan?

Het recht van de sterkste geldt NIET, want dat is het paard. Rarey schreef dat als één van zijn drie uitgangspunten op: het paard mag niet door krijgen hoe sterk het ten opzicht van jou is. Het is dan logisch dat je niet op basis van geweld en kracht met het paard gaat werken. Jij bent slimmer; gebruík je hersens, laat het er niet op aan komen. Denk er even over na vóór je ergens aan begint; bereidt het voor en overdenk ‘wat als’. Natuurlijk kom je voor nieuwe, verrassende situaties waarim Heer Bommel zou zeggen: ‘verzin een list!’ Een gereedschapskist vol technieken en ideeën is daarbij essentieel.

Hoe leren paarden?

Paarden leren net als honden, net als apen, net als wij, op verschillende manieren. Zo worden onder meer onderscheiden:

- klassieke conditionering (onbewuste associatie)

- operante conditionering (proberen)

- habituatie (gewoontevorming)

- complex leren (verbanden leggen)

- latent leren

- imprinting

- nabootsen

Bij dit leren is het resultaat van een actie natuurlijk doorslaggevend voor wát het paard leert. De actie, het gedrag kan een succes zijn, beloond worden; ‘Reinforced’, door Skinner als R afgekort. Uiteraard kan het gedrag ook een negatief effect hebben, ontmoedigd- , bestraft worden; ‘Punishment’, afgekort als P. In wetenschappelijke definities worden de begrippen positief en negatief gehanteerd in de betekenis van toevoegen en weghalen:

Positief belonen

positief bekrachtigen, R+ is in die zin het toevoegen van iets leuks ten gevolge van het gedrag. Bijvoorbeeld het paard een brokje geven als het een stapje opzij doet wanneer je dat vraagt.

Negatief belonen

negatief bekrachtigen, R- is dan iets onplezierigs wegnemen. Dit is het ‘wijken voor druk’, het weghalen van de druk als het paard opzij gaat voor jouw drukkende vinger.

Positief straffen

P+ is het iets vervelends toevoegen om gedrag dat je niet wil te ontmoedigen. Bijvoorbeeld een paard dat binnen jouw ruimte komt een tik geven.

Negatief straffen

P- is het wegnemen van iets leuks ter ontmoediging van jouw ongewenst gedrag. Bijvoorbeeld ophouden met kroelen als jouw paard te opdringerig wordt.

Bij deze begrippen is het bepalend hoe het páárd iets ervaart! Als jouw paard kroelen als een ongewenste intimiteit ziet dan is ophouden met kroelen geen ontmoediging maar een belóning. Zo ook voedsel; voor het ene paard een échte traktatie, voor het andere niet iets om je druk over te maken.

Een andere leerervaring is extinctie; het geen resultaat hebben. Je kan proberen een paard dat hinderlijk aandacht vraagt met een krabbende hoef proberen te belonen of ontmoedigen doch je kan het ook negeren en hopen dat het bij gebrek aan resultaat ophoudt, ‘uitdooft’.

Iedereen weet dat de bergen zo hoog zijn omdat de dalen zo diep zijn en dat water van een op een traptrede hoger gezette emmer sneller naar beneden loopt als je de andere emmer een trede lager zet: het verschíl telt. Zo is het ook met leuke en vervelende ervaringen. Daarbij komt dat elke toegevoegde beloning of ontmoediging minder effect heeft dan de eerste of voorgaande. Ik ben gék op lasagne. Ook twee dagen achter elkaar maar... na een week wordt het ontmoedigend. De ontvanger bepaalt!

Positief straffen, ontmoedigen door iets vervelends, P+ heeft een aantal nadelen. Allereerst is het ethisch niet verantwoord. Daarnaast zijn er gewoon verschillende praktische redenen waarom het niet werkt.

- Door jouw paard te straffen voor iets heeft het wel een slechte ervaring met wat het níet mag, doch het weet niet wat het dan wél moet. Het voorbeeld van een pup leren zitten is wellicht het meest helder; als jij wilt dat jouw pup gaat zitten, dan roep je de naam voor aandacht en als het op ‘zit’ dan uiteraard nog steeds enthousiast naar je toe komt kan je het wel een tik geven omdat het niet gaat zitten en wel opspringt, maar het muntje van wat ‘zit’ is, valt echt niet. Sterker nog; doe dat een paar keer en jouw pup leert dat ‘zit’ slecht nieuws is en maakt dat het buiten bereik komt.

Straffen voor wat je níet wil geeft je nog niet wat je wél wil.

- Angst voor positieve straf of pijn motiveren niet iets wél te doen en daarbij stompen ze het paard enorm af, maken het ongevoelig.

- Bij een paard leiden angst voor straf en pijn tot een vluchtreactie of verzet en níet tot een open leerinstelling. Een paard dat schrikt zal door de pijn van een bit waaraan de geschrokken ruiter trekt meer in paniek raken en door de aangeklemde benen voortgedreven worden. Nu nog een angstkreet en daar gáát het paard....

Belonen dus... Je truukt jouw pup te gaan zitten door het brokje over het kopje een beetje naar achter te bewegen; het gaat zitten, ‘zít’ en je geeft het brokje. Dat herhaal je een paar keer en wedden dat de pup gaat zitten op ‘zit’. Het wil het brokje en gaat daarvoor gráág zitten. Niet te vaak, want elk volgend brokje wordt minder lekker tot het moment waarop gaan zitten meer moeite is dan het brokje oplevert. Dat is dan gelijk een wijze les: stop met een succeservaring. Ik weet; de kruik gaat zo lang te water tot deze barst doch dit is héél contraproductief. Je leert feitelijk ongehoorzaamheid aan en bevestigt niet wat je wel wilt aanleren.

Je krijgt wat je beloont. Wát die beloning is, bepaalt de ontvanger.

Die beloning is het meest waard als die speciaal is, gevarieerd is en het paard weet dat het verdiend moet worden. Het uit het zicht halen van het voer wanner het paard te ver naar voren komt bijvoorbeeld, P- maakt R+ waardevoller.

Op zich is positief belonen voor de ruiter het leukste om te doen doch ook negatief belonen heeft een plek. Bij het rijden zijn de hulpen op wijken voor druk gebaseerd. Dat moet je het paard dus wel leren. Bij dat aanleren kan je dat wijken voor druk geheel op negatief belonen laten steunen door de druk op te voeren tot het paard wijkt. Dat zijn de fase 1 t/m 4 van Parelli: druk de haar, druk de huid, druk de spier, druk het bot.

Je kan het ook combineren; druk de haar of huid, wacht en geef iets leuks als het paard uiteindelijk wijkt. Zet het op en wacht. Zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig waarbij je zal merken dat positief belonen het drukniveau héél snel verlaagt.

Operante conditionering is het leren door proberen. Dit is heel effectief omdat het paard daarbij actief zoékt naar de succesformule en het ontdekte daardoor razendsnel leert. Het bekende en populaire klikkeren maakt gebruikt van operante condionering door een brug. Bij paarden ervaar ik dat de stem effectiever is als brug dan de klikker. De stem geeft mogelijkheden tot variatie en differentiatie van beloning. De uitleg van deze methode valt buiten deze site. Ik verwijs hiervoor daarom naar het uitstékende boek ‘Grondwerk met Paarden’ van Inge Teblick.

‘Klikkeren’ is een effectieve invulling van positief belonen. Leuk voor paard en ruiter, hetgeen de ruiter stimuleert met het paard te werken en het paard stimuleert werken, léren leuk te vinden: ‘Je krijgt wat je beloont’.

bottom of page